
De ware frequenties van Dr. Rife - Het vergeten potentieel van radiofrequentietherapie
Inleiding: Frequentietherapie voorbij de mythes
In de wereld van de frequentietherapie is bijna geen enkele naam zo legendarisch als die van Dr. Royal Raymond Rife. In de jaren 1930 ontwikkelde hij een therapiemethode die bedoeld was om micro-organismen te vernietigen met behulp van elektromagnetische frequenties. Maar wat is de waarheid achter deze historische benaderingen? En welke frequenties gebruikte Rife eigenlijk?
De oorspronkelijke frequenties: geen audiopulsen, maar hoogfrequente straling
In tegenstelling tot wat veel moderne interpretaties beweren, gebruikte Rife geen laagfrequente audiofrequenties voor therapie. In plaats daarvan werkte hij met hoogfrequente elektromagnetische golven in het bereik van 139.200 Hz tot 1.607.450 Hz. Deze frequenties, ook bekend als M.O.R. (Mortal Oscillatory Rates), waren bedoeld om micro-organismen te "deitaliseren", d.w.z. onschadelijk te maken.
De rol van Philip Hoyland: Ingenieus ingenieur en verborgen technologie
Vanaf 1936 ontwikkelde Rife's partner Philip Hoyland de technische concepten om deze complexe modulatie mogelijk te maken. Zijn "Low Q" circuit combineerde een draaggolffrequentie met audiofrequenties op zo'n manier dat de doel-MOR's via harmonische zijbanden precies in het "venster van kwetsbaarheid" van de ziekteverwekkers lagen.
De grote fout: Waarom moderne "Rife apparaten" vaak niet werken
In de jaren 1950 deed zich een ernstig misverstand voor: Rife's medewerkers John Crane en John Marsh probeerden de apparaten na te bouwen - maar ze begrepen Hoyland's modulatieprincipe niet. In plaats daarvan gebruikten ze lage audiofrequenties (bijv. 728 Hz, 880 Hz) rechtstreeks als therapiesignalen. Het resultaat: apparaten zoals de "AZ-58" produceerden geen effectieve zijbanden meer. Klinische tests bevestigden: geen effect tegen bacteriële culturen.
Harmonische frequentievermenigvuldiging: de sleutel tot het effect
Rife erkende dat de effectieve frequenties harmonische veelvouden van zijn oorspronkelijke waarden konden zijn. Hoyland gebruikte bijvoorbeeld:
- BX-kankervirus: 1.607.450 Hz × 2=3 .214.900 Hz
- E. coli: 416.510 Hz × 8=3 .332.080 Hz
- Longontsteking: 426.862 Hz × 8=3 .414.900 Hz
Deze modulaties werkten alleen als de exacte audiofrequenties werden uitgezonden in combinatie met een hoogfrequente draaggolf.
Wat betekent dit voor de gebruikers van vandaag?
Iedereen die tegenwoordig apparaten gebruikt die alleen met eenvoudige audiofrequenties werken, maakt geen gebruik van het potentieel van de oorspronkelijke methode. Alleen generatoren die hoogfrequente zijbanden precies kunnen produceren komen in de buurt van het oorspronkelijke principe. Moderne frequentietherapie volgens Rife vereist technisch inzicht en echte hoogfrequent technologie.
Conclusie: Op het spoor van een verloren wetenschap
Het werk van Dr. Rife was zijn tijd ver vooruit. Maar de technische complexiteit, het gebrek aan patentbescherming en de daaropvolgende fouten zorgden ervoor dat zijn methode in de vergetelheid raakte. Vandaag is er een kans om de oorspronkelijke kennis opnieuw te evalueren - niet als een wondermiddel, maar als de basis van een precieze, op frequenties gebaseerde therapievorm.