Elektrochirurgie is een methode die vaak gebruikt wordt in de moleculaire biologie. Het doel is om het celmembraan tijdelijk doorlaatbaar (permeabel) te maken om DNA in prokaryote cellen of eukaryote cellen in te brengen.

Dit gebeurt door een elektrisch veld, meestal opgewekt als een korte puls door de ontladingsstroom van een condensator, dat de cellen door verschillende effecten permeabiliseert.

Als we nu kijken naar de behandeling van bloed met een lage stroomsterkte, produceren we in principe precies hetzelfde effect door de stroomsterkte, d.w.z. de poriën van de celwanden van de bloedcellen worden voor korte tijd beter doorlaatbaar voor stoffen die in het bloedplasma zweven.

Door deze doorlaatbaarheid kunnen in de cellen van de rode bloedcellen toxische concentraties ontstaan.

Ervaren therapeuten adviseren de elektromedische behandeling alleen uit te voeren als de laatste voedselinname minstens 4 uur daarvoor was.

Deze nuchtere toestand kan het best vroeg in de ochtend worden bereikt, voordat orthomoleculaire of medicinale middelen worden ingenomen.

Een medicijn dat kort voor of tijdens de behandeling wordt ingenomen, kan plotseling toxische symptomen veroorzaken, zoals misselijkheid of braken.

Omdat de celwanden na de behandeling zeer snel terugkeren naar hun oorspronkelijke toestand en dus niet meer doorlaatbaar zijn, kan de patiënt slechts een half uur na de behandeling zonder aarzelen weer stoffen innemen.

In dit verband is het ook belangrijk om te waarschuwen voor de inname van knoflook tijdens elektrotherapie.

Knoflook bevat een stof die sulfonhydroxyl heet. Deze stof passeert de bloed-hersenbarrière en vergiftigt door zijn giftigheid de hersencellen.