Wat is de Escherichia coli ziekteverwekker?

De Escherichia coli ziekteverwekker, ook bekend als de coliforme bacterie, is een van de bekendste soorten bacteriën die behoren tot het geslacht Escherichia. Het is een gramnegatieve, zuurvormende bacterie die integraal deel uitmaakt van de menselijke microbiota en die van andere warmbloedige dieren. Er zijn verschillende stammen van de Escherichia coli ziekteverwekker, waarvan vele ongevaarlijk zijn. Andere kunnen echter darmziekten veroorzaken. De ziekteverwekker is genoemd naar de Duitse kinderarts Theodor Escherich, die de bacterie in 1886 voor het eerst isoleerde en beschreef.

Wat zijn de kenmerken van de Escherichia coli ziekteverwekker?

De Escherichia coli ziekteverwekker is een asporische bacterie die zowel in een zuurstofrijke als in een zuurstofarme omgeving kan overleven. De ziekteverwekker fermenteert lactose en heeft onder de microscoop uitsteeksels waarmee hij zich kan hechten aan de wand van het orgaan dat hij koloniseert.

Hoe kun je besmet raken met Escherichia coli?

In de meeste gevallen ontstaat een Escherichia coli-infectie door besmet water en/of voedsel. Vooral voedsel dat rauw vervormd is, zoals groenten en fruit, wordt getroffen. Maar vooral de consumptie van ongepasteuriseerde melk of rauw vlees kan gevaarlijk zijn voor kleine kinderen en ouderen. Als daaruit een Escherichia coli-infectie ontstaat, kan bij deze groep mensen zelfs een levensbedreigende vorm van nierfalen ontstaan. Artsen spreken in dit verband van het zogenaamde hemolytisch-uraemisch syndroom. Om zich tegen besmetting te beschermen is het raadzaam het voedsel vooraf te koken, want Escherichia coli ziekteverwekkers zijn gevoelig voor warmte. Besmetting van persoon tot persoon is ook mogelijk als de besmette persoon zijn handen niet goed heeft gewassen.

Hoe kan een infectie worden voorkomen?

Infectie met Escherichia coli ziekteverwekkers in het darmgebied kan voorkomen worden door grondige handhygiëne en regelmatige persoonlijke hygiëne. Een infectie met de ziekteverwekkers in de urinewegen daarentegen kan worden voorkomen door natuurlijke stoffen. Deze zijn bedoeld om het de ziekteverwekker onmogelijk te maken zich aan de wanden van de plasbuis of blaas te hechten. Tot deze natuurlijke stoffen behoren voedingssupplementen op basis van rode vruchten, bosbessen of grapefruit. Het innemen van deze substraten wordt vooral aanbevolen voor mensen die vaak urineweginfecties krijgen veroorzaakt door Escherichiae coli.

Wat zijn de symptomen van Escherichia coli infecties?

Darminfecties veroorzaakt door Escherichia coli-stammen kunnen zich uiten met de volgende symptomen:

  • Koortsaanvallen, die meestal in het beginstadium van de ziekte optreden,
  • Buikpijn,
  • Braken,
  • bloederige diarree

Daarnaast kunnen extra-intestinale aandoeningen optreden, zoals een urineweginfectie of buikvliesontsteking. In bijzonder ernstige gevallen kunnen bloedvergiftiging, longontsteking en/of hersenvliesontsteking ontstaan.

Wat is het verloop van een Escherichia coli infectie?

In de regel treden de eerste symptomen ongeveer 12 uur tot enkele dagen na de infectie op en duren ze ongeveer een week. Heel vaak treedt de infectie op in ontwikkelingslanden vanwege de precaire hygiënisch-sanitaire omstandigheden. Een Escherichia coli-infectie hoeft zich niet noodzakelijkerwijs te manifesteren als een darmziekte. Vaak kan de infectie zich ook in andere organen ontwikkelen en bijvoorbeeld een blaasontsteking, een urineweginfectie of een longontsteking of hersenvliesontsteking veroorzaken. In sommige gevallen kan het zelfs leiden tot bloedvergiftiging.

Hoe wordt een Escherichia coli infectie vastgesteld?

Bij een langdurige, ernstige diarree is het nuttig om een kweek te doen om te zien of de bacterie in de darm aanwezig is. Als een Escherichia coli-infectie die de urineleiders aantast wordt vermoed, kan de ziekteverwekker vaak worden vastgesteld door een urinekweek te doen.

Bij zwangere vrouwen is een maandelijkse urinetest nodig om de ziekteverwekker op te sporen. Als de ziekteverwekker wordt opgespoord, is het belangrijk een specifieke antibioticabehandeling te starten om de bacterie volledig te elimineren.

Hoe worden Escherichia coli infecties behandeld?

Omdat Escherichia coli bacteriën zijn, zijn ze goed te behandelen met antibiotica. Vooral carbapenems, een speciale groep antibiotica, zijn effectief gebleken.

In de meeste gevallen is een behandeling met antibiotica echter helemaal niet nodig. In plaats daarvan wordt de infectie puur symptomatisch behandeld. De specifieke vorm van behandeling hangt af van de ernst van de ziekte. In de meeste gevallen, vooral bij diarreeziekten, is de inname van vocht en zout noodzakelijk. Door de infectie verliezen patiënten namelijk zouten (elektrolyten) zoals natrium en kalium, die belangrijk zijn voor een intacte hartfunctie of voor de zenuwen en spieren. Medicijnen tegen diarree worden meestal niet voorgeschreven, omdat de uitscheiding ook de ziekteverwekker uit de darm spoelt.

Welke complicaties kunnen het gevolg zijn van een Escherichia coli infectie?

Een Escherichia coli-infectie kan leiden tot blaasontstekingen of een infectie van de plasbuis (urethritis). Als de ziekte niet adequaat behandeld wordt, neemt de ernst van de infectie toe. In enkele gevallen kan zelfs een hemolytisch uremisch syndroom (HUS-syndroom) ontstaan. Vooral bij kinderen, maar ook bij ouderen kan dit tot ernstige beperkingen leiden. Voor de behandeling van het HUS-syndroom kan gebruik worden gemaakt van zogenaamde plasmaferese. Hierbij wordt het bloedplasma van de patiënt gezuiverd.

In het algemeen lopen ouderen en kinderen het grootste risico om complicaties te krijgen van een Escherichia coli-infectie. Vooral een toestand van uitdroging door ernstige diarree is voor deze groepen mensen riskant. Daarom is het belangrijk dat de getroffenen voldoende gehydrateerd worden en dat in een vroeg stadium een kinderarts wordt geraadpleegd, vooral in het geval van jonge kinderen. Kinderen krijgen de aandoening vaak omdat ze de neiging hebben hun handen in hun mond te steken.