Wat is een gastro-intestinale stromale tumor?

Gastro-intestinale stromale tumoren (kortweg GIST) zijn een zeldzame ziekte van de weke delen (sarcomen) in het maag-darmkanaal, waaraan in Duitsland jaarlijks ongeveer 1.500 mensen lijden. Gastro-intestinale stromale tumoren vormen minder dan één procent van alle tumoren in het maag-darmkanaal en werden pas enkele jaren geleden als zelfstandige kankersoort geïdentificeerd. Met bijna 50 tot 70 procent ontwikkelt een GIST zich het vaakst in de maag (gastro). daarentegen ontwikkelt 30 procent van de gastro-intestinale stromale tumoren zich in de dunne darm (intestinal). Gastro-intestinale stromale tumoren komen nog minder vaak voor in de dikke of twaalfvingerige darm of in de slokdarm. Bij de helft van alle patiënten bij wie gastro-intestinale stromale tumoren worden vastgesteld, worden ook uitzaaiingen gevonden. Deze uitzaaiingen worden vaak gevonden in de lever of in de buikholte (buikvlies). Zelden zijn er ook uitzaaiingen ontstaan in de longen of in de botten.

Hoe ontstaat een GIST?

Artsen wijten een genmutatie in de cellen van het maagdarmkanaal, de zogenaamde Cajal-cellen, aan het ontstaan van gastro-intestinale stromale tumoren. Deze genetische afwijking wordt veroorzaakt door een veranderd eiwit, de zogenaamde KIT-receptor of CD117. Dit eiwit, dat zich op het oppervlak van de cellen bevindt, geeft signalen door om in de cel te groeien. Op deze manier groeien en delen de cellen voortdurend op een ongecontroleerde manier. Dit heeft weer tot gevolg dat naburig weefsel wordt vernietigd. In 1998 slaagde de Japanse patholoog Seiichi Hirota er voor het eerst in deze verbindingen, die een gedenkwaardige rol spelen bij de behandeling, op te helderen. Voordat een therapie kan worden bepaald, moet de behandelend arts in het kader van een mutatieanalyse eerst vaststellen welke mutatie het defecte gen aantast.

Hoe deze genetische verandering precies ontstaat of welke risicofactoren vermeden moeten worden, is door artsen nog niet onomstotelijk opgehelderd. Er zijn echter patiënten bij wie gastro-intestinale stromale tumoren vaker in de familie voorkomen.

Wat zijn de symptomen van een gastro-intestinale stromale tumor?

In het beginstadium veroorzaakt GIST meestal weinig symptomen, daarom is de tumor meestal vrij groot voordat hij ontdekt wordt. Of en wanneer de tumor symptomen veroorzaakt hangt af van zowel de grootte als de plaats. Als de GIST in de maag of twaalfvingerige darm zit, klagen veel patiënten over tamelijk aspecifieke symptomen zoals pijn, misselijkheid en/of bloedarmoede. Bloedarmoede kan worden veroorzaakt door bloedingen in het maagdarmkanaal. Zit het GIST daarentegen in de dunne darm, dan klagen mensen vaak over pijn, bloedingen of constipatie. Constipatie komt vooral voor bij grotere tumoren. Een gastro-intestinale stromale tumor die zich in de slokdarm bevindt, kan daarentegen moeilijkheden veroorzaken bij het slikken.

Deze over het algemeen nogal aspecifieke symptomen voor gastro-intestinale stromale tumoren maken het onwaarschijnlijk dat een GIST vroeg wordt ontdekt. Vaak wordt de tumor daarom gediagnosticeerd tijdens een spoedoperatie, of tijdens een routine operatie of onderzoek. De moderne pathologie is nu echter ook in staat om met een speciale kleuring op het oppervlak van de cellen het genetisch defect aan te tonen dat verantwoordelijk is voor de GIST. Maar om aanleiding te geven tot zo'n onderzoek moet er vaak eerst een vermoeden van een GIST zijn.

Hoe wordt een gastro-intestinale stromale tumor behandeld?

Tot 2000 werden gastro-intestinale stromale tumoren meestal volledig verwijderd door middel van een operatie. Deze aanpak was mede te danken aan het feit dat chemotherapie meestal niet effectief is voor deze zeldzame tumor. Sinds 2002 wordt echter ook het geneesmiddel imatinib gebruikt voor de behandeling van patiënten bij wie het GIST al uitzaaiingen heeft gevormd. Het werkt rechtstreeks in op het genetisch defect en wordt geacht de ongecontroleerde celdeling te stoppen. Deze gerichte therapie wordt gedurende een zeer lange periode gebruikt en mag niet worden onderbroken, omdat anders de ziekteactiviteit toeneemt. Patiënten bij wie de gastro-intestinale stromale tumoren volledig zijn verwijderd, krijgen na de operatie ook een preventieve behandeling met imatinib om de kans op terugval zo klein mogelijk te maken.

Sinds 2006 is een ander geneesmiddel, sunitinib, beschikbaar voor de behandeling van GIST. De werkzame stof werkt niet alleen in op de ongecontroleerde celgroei, maar grijpt ook in op de signaalketens en wordt zo geacht de aanmaak van de kankercellen te stoppen. Omdat sunitinib enkele ongewenste bijwerkingen kan veroorzaken, is nauwlettend toezicht door ervaren artsen essentieel.

Patiënten bij wie al een vergevorderd GIST is vastgesteld, kunnen worden behandeld met een derde geneesmiddel, regorafenib genaamd. Hoewel dit middel in Duitsland nog niet verkrijgbaar is, kan het bij internationale apotheken worden besteld.

Wat zijn de kansen op genezing van een GIST?

Het risico om opnieuw GIST te ontwikkelen hangt af van de grootte van de tumor, maar ook van het aantal mitosen/50HPF. Artsen gebruiken de term mitoses om de celdelingscijfers aan te duiden. Deze worden door de patholoog onderscheiden in 50 gezichtsvelden (HPF), die zichtbaar worden onder de microscoop. De HPF's geven informatie over de groeiachtigheid van de tumor. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de mutatie in verband met het risico op herval.