Wat is een goedaardige borsttumor?

Een goedaardige borsttumor is een tumor van de borstklier die zowel bij vrouwen als bij mannen kan voorkomen. Borsttumoren worden vaak ook borstkliertumoren of borsttumoren genoemd. Meestal gaat het om fibroadenomen of fibrocysteuze veranderingen. Vrouwen worden vaker door borsttumoren getroffen dan mannen.

Hoe ontstaat een borsttumor?

Als fibrocysteuze verandering ontwikkelt de borsttumor zich in het klier- en ductaal epitheel. De groei ervan wordt vooral in gang gezet door de veranderende hormonale invloeden in de vrouwelijke cyclus. Cysten van enkele millimeters tot enkele centimeters groot kunnen ontstaan uit de verwijde melkkanalen en klierlobben, de zogenaamde lobuli. Hoewel de meeste palpabele borstknobbels cysten zijn, bestaat de cystewand ook uit geatrofieerd klierepitheel. Het komt uiterst zelden voor dat dit geatrofieerde klierepitheel degenereert en daarom vormen cysten nauwelijks een risico voor het ontwikkelen van borstkanker.

Wat zijn de oorzaken van het ontstaan van een borsttumor bij mannen?

Als bij een man een borsttumor ontstaat, is dat vaak het gevolg van een genetische aanleg. Dit kan het gevolg zijn van mutaties die spontaan optreden of geërfd zijn. Met name mutaties van de BRCA1- en BRCA2-genen verhogen het risico op borstkanker, maar ook het risico op het ontwikkelen van andere vormen van kanker, zoals alvleesklier-, prostaat- en/of darmkanker. Verder kan het syndroom van Klinefelter leiden tot een aangeboren stoornis in het aantal chromosomen. In dat geval hebben mannen een of meer extra vrouwelijke X-chromosomen, waardoor het risico op borstkanker onvermijdelijk toeneemt.

Wat zijn de verschillende soorten goedaardige borsttumoren?

Goedaardige borsttumoren worden gewoonlijk verdeeld in fibroadenomen en melkkanaalpapillomen. Fibroadenomen behoren tot de meest voorkomende goedaardige tumoren in de borst en ontstaan door woekering van klier- en bindweefsel. Bij woekering van klierweefsel spreken artsen van een adenoom. Bij zogenaamde fibromen daarentegen is er sprake van een overmaat aan bindweefsel. Zowel fibroadenomen als adenomen vormen een verhoogd risico op borstkanker.

Een papilloma van het melkkanaal (intraductaal papilloma) daarentegen is een goedaardig gezwel dat de binnenste huid van het melkkanaal aantast. Het melkkanaalpapilloom bevindt zich meestal in de grote melkkanalen, die dicht bij de tepel liggen. Het kan echter ook in de kleinere melkkanaaltjes zitten. Het is mogelijk dat melkkanaalpapillomen afzonderlijk of in veelvoud voorkomen. Melkkanaalpapillomen ontstaan vaker dan gemiddeld tijdens de menopauze.

Wat zijn de symptomen van fibroadenomen en papillomen van het melkkanaal?

In zeer weinig gevallen veroorzaakt een fibroadenoom symptomen. Voor het begin van de menstruatie kan er echter af en toe een gevoel van benauwdheid in de aangetaste borst optreden. Deze pijn kan gemakkelijk verward worden met het premenstrueel syndroom. Een fibroadenoom kan worden gepalpeerd als een gladde en beweeglijke knobbel, die soms ook wat hobbelig kan zijn. Het knobbeltje kan in diameter variëren van 5 mm tot 5 cm.

Een melkkanaalpapilloom daarentegen kan een bloederige afscheiding uit de tepels veroorzaken.

Hoe wordt een borsttumor gediagnosticeerd?

Een borsttumor wordt gediagnosticeerd door een palpatieonderzoek van een arts en de gebruikelijke beeldvormende procedures van een sonografie (echo-onderzoek) en een mammografie (röntgenonderzoek). Om een kwaadaardige borsttumor uit te sluiten zal de gynaecoloog in de meeste gevallen ook een weefselmonster (biopsie) nemen en dat in het laboratorium laten onderzoeken. Een biopsie is vooral raadzaam als de tumor groeit.

Als het om een mammacarcinoom gaat, wordt de afscheiding die uit de tepel komt onder de microscoop onderzocht op bloed en gedegenereerde cellen. Naast de beeldvormende procedures van een sonografie en een mammografie wordt ook een mammoscopie uitgevoerd. Deze laatste wordt gebruikt om de omvang en de exacte plaats van de tumor te bepalen. Bij een melkductoscopie, een zogenaamde galactografie, wordt onder plaatselijke verdoving een contrastvloeistof in de melkkanalen gespoten en een röntgenfoto gemaakt. Op basis van al deze onderzoeksresultaten beslist de arts uiteindelijk of de borsttumor operatief verwijderd moet worden of niet. In het geval dat zich meer intraductale papillomen hebben gevormd, waarvan de cellen ook een zekere mate van verandering vertonen, is het risico groter dat het melkkanaalpapilloom zich ontwikkelt tot een kwaadaardige vorm van kanker.

Hoe wordt een borsttumor behandeld?

Omdat borsttumoren meestal ongevaarlijk zijn, hoeven ze vaak niet verwijderd te worden. Wel moeten ze regelmatig gecontroleerd worden. Dit moet enerzijds gebeuren door het palperen van de borst en anderzijds door echografisch onderzoek door de behandelend gynaecoloog. Dit laatste echo-onderzoek moet met tussenpozen van drie maanden plaatsvinden. Hoewel een goedaardige borsttumor niet kankerverwekkend is, heeft hij in veel gevallen de neiging verder te groeien. Hierdoor kan het omringende weefsel verdrongen worden. Afhankelijk van waar de borsttumor zich bevindt en hoe groot hij is geworden, is het ook mogelijk om de tumor te verwijderen. Dit kan met een kleine operatie die een vacuümzuigbiopsie wordt genoemd. De borsttumor wordt onder plaatselijke of algehele verdoving verwijderd. De volgende redenen kunnen spreken voor een chirurgische verwijdering van de borsttumor:

  • De getroffen persoon ervaart de borsttumor als belemmerend of heeft last van ongemak.
  • De borsttumor groeit snel.
  • Er is een verhoogd risico op borstkanker omdat de tumor zou kunnen degenereren.

Wat is de nazorg voor een borsttumor?

Mensen bij wie een borsttumor is vastgesteld moeten met hun arts overleggen met welke tussenpozen ze op controle moeten komen. Hetzelfde geldt na chirurgische verwijdering van de borsttumor, omdat sommige vormen van de ziekte daarna weer meer gaan groeien en zich opnieuw vormen. Dit kan ook gepaard gaan met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een kwaadaardige tumor.