Preventie van tumorprocessen

Kankertumoren bestaan uit cellen die geen normaal controlemechanisme van de celgroei hebben.

Kankercellen worden dus gekenmerkt door hun snelle ongeregelde celgroei. In het algemeen kunnen kankertumoren zich vanuit elk weefsel en in principe in elk orgaan ontwikkelen.

De tumoren kunnen zowel goedaardig als kwaadaardig zijn.

Maar hoe kunnen tumorprocessen in het menselijk lichaam voorkomen worden?

Om deze vraag te beantwoorden is het waarschijnlijk eerst nodig om nader uit te leggen welke processen precies leiden tot ongeregelde celgroei.

Welke processen leiden tot het ontstaan van tumoren?

Tumoren ontwikkelen zich door de opeenvolging van de volgende processen:

  • precancereuze en kankerachtige transformatie: normale cellen ontwikkelen zich in een complex proces tot kankercellen. Het beginpunt hiervoor is een infectie met kankerverwekkende virussen (oncovirussen), zoals chemische of vrije radicalen, maar ook de zogenaamde humane papillomavirussen (HPV). Maar ook genetische factoren kunnen het DNA van een cel veranderen. Deze kankerverwekkende virussen, of genetische transformaties, beschadigen het genetisch materiaal van de betreffende cel in zijn functie. Dit is echter nog geen kanker.
  • directe of indirecte kankerverwekkende factoren: Verschillende factoren zijn bepalend voor de vorming van kankercellen. Hoewel veel virussen het DNA van een cel kunnen beschadigen, kan alleen het retrovirus het DNA van de gastheercel transformeren. Andere kankervirussen hechten zich echter slechts aan het oppervlak van het chromosoom en beschadigen de functie daarvan. Er zijn veel van deze chromosoomveranderingen nodig om kwaadaardige tumoren te vormen. Het immuunsysteem van een gezond persoon zal deze kankercel echter vaak vernietigen voordat hij zich vermenigvuldigt en kanker wordt. Mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals HIV-patiënten, hebben daarom een verhoogd risico om kanker te ontwikkelen.

Methoden om kanker te voorkomen voordat het uitbreekt

Kankercellen vernieuwen zich net als andere cellen. Artsen zien dit als een manier om het ontstaan van kanker te voorkomen voordat het zich ontwikkelt. Daartoe moet de potentiële kankercel in een vroeg stadium herkend en geëlimineerd worden. Omdat tumorgroei voortdurend kleine fragmenten genetisch materiaal (DNA) en genetische informatie (RNA) in het bloed uitscheidt, hebben wetenschappers nu een methode ontwikkeld om deze hoeveelheden genetisch materiaal in het bloedplasma te meten. Op deze manier zouden de DNA of RNA moleculen gebruikt kunnen worden voor het vroegtijdig opsporen van kanker. Dit is althans het doel van de Heidelbergse methode: "Capture and Amplification by Tailing and Switching (CATS)".

De nieuwere frequentietherapie daarentegen schakelt infectieuze agentia zoals humane papillomavirussen (HPV) uit.

Frequentietherapie kan dus de infectieuze agentia van kanker elimineren, maar niet de eigenlijke tumorcel. De transformatie van de tumorcel in een gezonde cel blijft de taak van het gezonde immuunsysteem.

Binnen de frequentietherapie wordt daarom ook aandacht besteed aan immunologische aspecten ter voorkoming van kanker. Een niet-specifieke versterking van het immuunsysteem is echter niet voldoende om kanker te bestrijden. Veeleer moet het immuunsysteem zodanig versterkt worden dat het zelf de kankercellen kan vernietigen, zoals de volgende therapeutische benaderingen:

  • Gebruik van checkpoint-remmers: helpt tegen de zogenaamde remblokkade van de kankercellen, waarbinnen een immuunrespons geblokkeerd moet worden. Hierbij worden de T-killer cellen geactiveerd door een specifiek antigeen, waardoor de kanker verder kan groeien. De zogenaamde checkpoint-remmers zijn in het laboratorium geproduceerde antilichamen die specifiek gericht zijn tegen deze "remmen" in het immuunsysteem. Daardoor kan de T-cel de kankercel vernietigen. Vooral bij zwarte huidkanker heeft ongeveer een vijfde van alle patiënten hier baat bij.
  • Tumorvaccins: Momenteel doet het Duitse Centrum voor Kankeronderzoek (DKFZ) onderzoek naar kankervaccins die een reactie moeten opwekken tegen tumorantigenen. Kant-en-klare eiwitten of delen daarvan moeten worden gebruikt samen met stoffen om de afweerreactie tegen het antigeen te versterken. Als alternatief voor eiwitten kan ook een stukje genetisch materiaal of tumorcellen die niet meer kunnen groeien als vaccin worden gebruikt.
  • immuno-oncologische therapieën: zijn bedoeld om het lichaamseigen immuunsysteem te reactiveren, zodat het weer in staat is de kanker actief te bestrijden. Binnen de immuno-oncologische therapie kunnen bijvoorbeeld kunstmatig geproduceerde antilichamen worden gebruikt. Er kunnen echter ook bepaalde bijwerkingen optreden in verband met immuno-oncologische therapie, zoals ontstekingen van de darmen, lever, endocriene klieren (vooral de schildklier, bijnieren), huid, nieren of andere organen.