Schildklierkanker

Schildklierkanker (thyroid carcinoma) is een vrij zeldzame vorm van kanker die jaarlijks ongeveer vier op de 100.000 mensen in Duitsland treft. Vrouwen worden drie keer zo vaak getroffen als mannen. Schildklierkanker valt echter pas op als de tumor al is uitgezaaid. Dit maakt schildklierkanker zo verraderlijk. Artsen onderscheiden vier soorten schildklierkanker, waarvan er drie goede kansen op genezing hebben, terwijl het vierde type nauwelijks te behandelen is.

Hoe schildklierkanker zich ontwikkelt

Schildklierkanker wordt veroorzaakt door gedegenereerde cellen binnen de schildklier. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een genetische verandering waardoor eens gezonde cellen veranderen in kankercellen en ongecontroleerd gaan groeien. Binnen dit proces wordt het gezonde weefsel verdrongen en in sommige gevallen vervullen de kankercellen niet langer hun oorspronkelijke functie, zoals de productie van schildklierhormonen.

De vier soorten schildklierkanker

De vier soorten schildkliercarcinoom worden onderscheiden naar de verschillende soorten cellen in de schildklier:

  • papillair schildkliercarcinoom: is het meest voorkomende type schildklierkanker, goed voor ongeveer 80 procent, en treft meer vrouwen dan mannen. Papillair schildkliercarcinoom wordt gekenmerkt door zijn wratachtige uitgroeisels, de zogenaamde papillen. Papillair schildkliercarcinoom tast vaak de lymfeklieren in de hals aan, omdat het vaak leidt tot lymfogene metastase, d.w.z. de verspreiding van kankercellen via het lymfestelsel.
  • folliculair schildkliercarcinoom: komt voor bij ongeveer 10 procent van de schildklierkankers, waardoor het de tweede meest voorkomende vorm van schildklierkanker is, die vooral vrouwen treft. Folliculair schildkliercarcinoom wordt gekenmerkt door de blaasvormige structuren (folliculair), die zich in de schildklier vormen. De kankercellen bij folliculair schildkliercarcinoom verspreiden zich vaak via het bloed (hematogene metastase), waardoor ook vaak de hersenen of de longen worden aangetast.
  • anaplastische schildklierkanker: komt in ongeveer 5 procent van alle gevallen voor en is de zeldzaamste vorm van schildklierkanker, die zowel mannen als vrouwen treft. Door zijn snelle en agressieve groei is anaplastisch schildkliercarcinoom nauwelijks te genezen, waardoor de levensverwachting van de getroffenen erg laag is. Dit type schildkliercarcinoom vertoont echter al na korte tijd symptomen, zoals een asymmetrische zwelling van het halsgebied, die gepaard kan gaan met rood worden van de huid, moeite met slikken en/of heesheid.
  • medullair schildkliercarcinoom (zogenaamd C-celcarcinoom): komt net als anaplastisch schildkliercarcinoom in ongeveer 5 procent van alle gevallen voor bij zowel mannen als vrouwen. In tegenstelling tot de andere drie typen ontstaat medullair schildkliercarcinoom echter niet uit de hormoonproducerende schildkliercellen, maar uit de zogenaamde C-cellen, die het hormoon calcitonine produceren. Calcitonine speelt een belangrijke rol bij de regulering van de fosfaat- en calciumbalans. Bij medullair schildkliercarcinoom is er een overproductie van calcitonine en daardoor een daling van het calciumgehalte in het bloed. Dit kan leiden tot gevoelsstoornissen, maar ook tot krampen van de spieren, zoals tintelingen in de handen. Een typisch teken van medullair schildkliercarcinoom is echter ook ernstige diarree, die wordt veroorzaakt door de zogenaamde vasoactieve stoffen die door de tumor worden geproduceerd.

Behalve het medullair schildkliercarcinoom zijn de andere drie typen schildkliercarcinoom afkomstig van de zogenaamde thyrocyten. De thyrocyten zijn de hormoonproducerende schildkliercellen. Papillair, maar ook folliculair schildkliercarcinoom zijn zogenaamde "gedifferentieerde" kankers. Dit betekent dat de kankercellen lijken op gezonde thyrocyten en schildklierhormonen blijven produceren. Analplastisch schildkliercarcinoom daarentegen is "ongedifferentieerd". Dit betekent dat de kankercellen alle gelijkenis met thyrocyten hebben verloren en ook geen schildklierhormonen meer produceren.

Een knobbeltje in de schildklier=schildkliercarcinoom?

In tegenstelling tot de vier hier genoemde soorten schildkliercarcinoom is een knobbeltje in de schildklier te onderscheiden. In Duitsland wordt bij ongeveer één op de vier mensen tijdens hun leven een knobbeltje in de schildklier vastgesteld. In de meeste gevallen gaat het echter niet om een schildkliercarcinoom, maar om een goedaardig gezwel. Hoewel het knobbeltje in de schildklier ook ongecontroleerd kan groeien, dringt het niet het omliggende weefsel binnen en is het dus heel anders dan een kwaadaardige tumor (schildkliercarcinoom).

Wat zijn de symptomen van schildklierkanker?

In de meeste gevallen valt schildkliercarcinoom in het beginstadium van kanker nauwelijks op, omdat het in eerste instantie geen symptomen veroorzaakt. Schildklierkanker wordt eerder bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld tijdens een echografisch onderzoek. De eerste symptomen treden op als de schildklierkanker al is uitgezaaid en op de luchtpijp of slokdarm drukt. Dit kan gepaard gaan met de volgende symptomen:

  • aanhoudende heesheid, veroorzaakt door beschadiging van de zenuwen in het strottenhoofd
  • Het syndroom van Horner, waarbij de pupil van één oog vernauwd is (miosis), de oogbol verzonken is (enopthalmus) en het bovenste ooglid hangt (ptosis)
  • Ademhalingsproblemen door de grootte van de tumor in de luchtpijp
  • Slikproblemen doordat de tumor op de slokdarm drukt

Hoe wordt schildklierkanker gediagnosticeerd?

Als schildklierkanker wordt vermoed, zal de arts eerst de medische voorgeschiedenis van de patiënt opnemen. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek waarbij de schildklier, het halsgebied en de lymfeklieren grondig worden gepalpeerd op verdachte veranderingen. Tijdens een bloedonderzoek worden de schildklierhormonen T3, T4 en ook het hormoon TSH (schildklierstimulerend hormoon) en eventueel het calcitoninegehalte in het bloed bepaald. Als deze waarden afwijken van de normale waarden, wordt meestal een echografisch onderzoek uitgevoerd. Verhoogde calcitoninespiegels wijzen meestal op medullair schildkliercarcinoom.

Hoe wordt schildkliercarcinoom behandeld?

Het type behandeling hangt af van het type schildkliercarcinoom, maar ook van hoe ver de uitzaaiingen in het lichaam gevorderd zijn. In principe is een operatie mogelijk waarbij de schildklier geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd (thyroïdectomie). In het geval van gedifferentieerd schildkliercarcinoom kan radiojoodtherapie worden uitgevoerd. Bestraling van buitenaf, maar ook chemotherapie, is meestal weinig effectief en wordt daarom alleen in uitzonderlijke gevallen toegepast.