Wat is tonsilkanker?

Tonsilkanker wordt ook wel tonsilcarcinoom genoemd en beschrijft een kwaadaardige ziekte van de palatine tonsillen. De ziekte behoort tot de grote groep van zogenaamde mond- en keeltumoren, die ook wel orofaryngeale carcinomen worden genoemd en meestal plaveiselcelcarcinomen zijn. Mannen tussen de 60 en 70 jaar hebben gemiddeld drie keer zoveel kans op een orofaryngeale tumor als vrouwen.

Wat zijn de oorzaken van amandelkanker?

Artsen nemen aan dat amandelkanker wordt uitgelokt door overmatig roken en alcoholgebruik. In elk geval heeft bijna 85 procent van alle patiënten met amandelkanker een geschiedenis van overmatig nicotine- en/of alcoholgebruik. Menselijke papillomavirussen (HPV) kunnen echter ook bijdragen aan de ontwikkeling van tonsilkanker. Studies hebben aangetoond dat de aanwezigheid van HPV-virussen kan bijdragen aan het verloop van de ziekte.

Hoe kun je tonsilkanker voorkomen?

Tonsilkanker kan worden voorkomen door de triggers van de ziekte te vermijden, namelijk nicotine en alcohol. Omdat deze twee verslavende stoffen de reputatie hebben ook andere ziekten te veroorzaken, moeten ze indien mogelijk volledig worden vermeden. Daarnaast moet men ook aandacht besteden aan een zorgvuldige mond- en gebitshygiëne om amandelkanker te voorkomen. Hiertoe behoren ook regelmatige preventieve en controleonderzoeken bij de tandarts.

Wat zijn de symptomen van tonsilkanker?

Tonsilkanker kan aanvankelijk de volgende niet-specifieke symptomen veroorzaken:

  • Moeite met slikken,
  • langdurige heesheid en/of hoesten,
  • Zwelling in het keelgebied,
  • Slechte adem,
  • Problemen met eten en/of drinken

 

Als je een witachtige verkleuring in de mondholte opmerkt die langer dan 14 dagen aanhoudt, kan dit ook een teken zijn van amandelkanker. In ieder geval moet de verkleuring in een vroeg stadium door een specialist worden onderzocht.

Hoe wordt de diagnose tonsilkanker gesteld?

Tonsilkanker kan veranderingen in de mondholte veroorzaken, die tegenwoordig met moderne onderzoeksmethoden gemakkelijk kunnen worden opgespoord. Een mogelijkheid is een spiegelonderzoek. Hierbij onderzoekt de KNO-arts de toestand van het mondslijmvlies met behulp van een fel licht en een spiegel. Eventuele verkleuringen kunnen worden opgemerkt. Als er afwijkingen aan de amandelen (tonsillen) zijn, neemt de arts een weefselmonster (biopsie).

Omdat het spiegelonderzoek geen diepere anatomische structuren kan diagnosticeren, kan de arts ook andere beeldvormende procedures gebruiken, zoals een echo-onderzoek (sonografie). Hierbij worden vooral de (cervicale) lymfeklieren onderzocht die zich op het hoofd bevinden. Als de tonsilkanker al in een vergevorderd stadium is, bevatten de lymfeklieren meestal uitzaaiingen.  Om een uitzaaiing uit te sluiten wordt ook een computertomografie (CT) of een magnetische resonantie beeldvorming (MRI) uitgevoerd. Met beide procedures kan de arts de exacte positie en omvang van de tumor bepalen. Deze informatie is cruciaal voor de chirurgische verwijdering van de tumor.

Welke tumorstadia worden onderscheiden bij tonsilkanker?

De tumorstadia bij tonsilkanker wijken niet veel af van de algemene T-classificatie van tumoren, die als volgt kan worden weergegeven, afhankelijk van de grootte en omvang van het tumorgebied:

  • T1-stadium: De tumor is kleiner dan 2 cm.
  • T2-stadium: De tumor heeft een omvang tussen 2 en 4 cm.
  • T3-stadium: De tumor is groter dan 4 cm.
  • T4 stadium: De tumor heeft de omliggende weefselstructuren geïnfiltreerd. Dergelijke tumoren komen vooral voor in de hals, de wangen en/of de tongbasis.

Hoe wordt tonsilkanker behandeld?

Tonsilkanker wordt vaak operatief verwijderd. Hierbij worden de primaire tumor en het omringende weefsel operatief verwijderd, waarbij ervoor wordt gezorgd dat er een voldoende grote veiligheidsafstand is tot het gezonde weefsel. Het verwijderen van het weefsel rondom de tumor is bedoeld om te voorkomen dat er tumorcellen in het lichaam achterblijven, die op een later tijdstip nieuwe tumoren zouden kunnen vormen (recidief). Als de tumor al is uitgezaaid naar de lymfeklieren van het hoofd en de hals, worden deze ook operatief verwijderd. Na de operatie moet verdere radiotherapie, chemotherapie of gecombineerde radiochemotherapie plaatsvinden.

Wat is de nazorg bij amandelkanker?

Nadat de tumor operatief is verwijderd, moet de patiënt regelmatig op controle komen, zodat een eventuele terugkeer van de tumor in een vroeg stadium kan worden vastgesteld en behandeld. In elk geval wordt een grondig klinisch onderzoek uitgevoerd, waarbij ook beeldvormende diagnostiek in de vorm van een echo-, CT- of MRI-onderzoek plaatsvindt. Dit is niet alleen om uit te sluiten dat de tumor zich opnieuw vormt, maar ook om de mogelijkheid van uitzaaiingen uit te sluiten. Zo nodig kan ook een weefselmonster (biopsie) worden genomen.

De intervallen waarmee vervolgonderzoeken moeten plaatsvinden hangen niet alleen af van de agressiviteit van de tumor, maar ook van de plaats en de grootte ervan. In de regel wordt gedurende het eerste jaar vervolgonderzoek met tussenpozen van 1 tot 3 maanden aanbevolen. In een later stadium kunnen de onderzoeken om de 6 maanden plaatsvinden en vanaf het vijfde jaar moet elk jaar een controle plaatsvinden.

Als gevolg van de chirurgische verwijdering van tonsilkanker kunnen de volgende vervolgtherapieën nodig zijn:

  • Stem- en sliktraining om de orgaanfunctie te verbeteren,
  • Pijntherapie,
  • Hulp om de patiënt te helpen reïntegreren in de sociale en professionele omgeving,
  • psychologische zorg (psycho-oncologie)

Wat is de prognose voor tonsilkanker?

Net als bij andere soorten kanker is de prognose beter naarmate tonsilkanker eerder wordt vastgesteld. Studies hebben aangetoond dat voor patiënten die positief testen op het HPV-virus, de 5-jaars overlevingskans van 80 procent afneemt tot 40 à 50 procent voor degenen die niet HPV-positief testen.