Wie wordt het vaakst getroffen?

De meeste mensen met de ziekte zijn in de leeftijdsgroep van 50 tot 60 jaar. De incidentie bij getroffen vrouwen is echter twee keer zo hoog als bij mannen. De reden hiervoor is de carpale tunnel, die bij vrouwen toch al meestal nauwer is. Als in de loop van het leven een zwangerschap optreedt, verhoogt dit de kans op het carpaal tunnel syndroom. Soms wordt vernauwing van de carpale tunnel als gevolg van zwangerschapsgerelateerde gewichtstoename en daarmee gepaard gaande waterretentie al bij veel jongere vrouwen gezien.

Wat zijn de symptomen van het carpaal tunnel syndroom?

Bij ongeveer 40 procent van de patiënten treedt KTS op in beide handen. In de meeste gevallen van de overige 60 procent is de hand die vooral gebruikt wordt aangetast. Het eerste teken van de ziekte is gevoelloosheid. Dit kan zich uitstrekken van de duim over de wijsvinger tot de middelvinger. Het gevoel wordt vaak erger als de druk op de zenuw wordt opgevoerd. Dit gebeurt vaak 's nachts, omdat veel mensen met gebogen pols slapen. In het beginstadium van de ziekte kan deze gevoelloosheid worden verdreven door de hand uit te schudden en de positie van de arm te veranderen. Maar in de gevorderde stadia blijft een constant gevoel van gevoelloosheid bestaan.

Hoe wordt de ziekte gediagnosticeerd?3

Bij een eerste verdenking is het raadzaam een handchirurg te raadplegen. Op grond van de pijngevoeligheid en een palpatieonderzoek kan de specialist snel vaststellen of het carpaal tunnel syndroom de oorzaak van de klachten kan zijn. Naast de huidige mobiliteit van hand en vingers is ook informatie over de duur van de pijn een nuttig diagnostisch hulpmiddel. Bij enig vermoeden heeft de chirurg nog de opties om de zenuwgeleidingssnelheid te meten of met een röntgenonderzoek de benige veranderingen vast te stellen. Een ervaren specialist zal de diagnose bij deze aandoening snel herkennen.

Wat gebeurt er als ik carpaal tunnel syndroom heb?

De hand hoeft alleen geopereerd te worden als de ziekte vergevorderd is. Milde gevallen kunnen eerst behandeld worden. In de meeste gevallen wordt ontstekingsremmende medicatie in de vorm van tabletten of cortisone-injecties gebruikt. Daarnaast brengt een spalk voor de hand verlichting voor de patiënt. Deze wordt meestal alleen 's nachts gedragen om te voorkomen dat de hand tijdens de slaap buigt.

Wat moet er gedaan worden als deze therapie geen verlichting brengt?

Als deze behandeling de patiënt geen verlichting geeft, zal de specialist waarschijnlijk een operatie adviseren. Vroeger was daarvoor een incisie nodig van ongeveer tien centimeter lang, van de handpalm tot aan de onderarm. Tegenwoordig beschikken artsen over geavanceerde chirurgische mogelijkheden. Dankzij de moderne mini-chirurgische technologie is voor een endoscopische ingreep slechts een incisie van ongeveer twee centimeter nodig. Tijdens de tien minuten durende operatie wordt eerst het handwortelbeentje doorgesneden. Hierdoor krijgt de zenuw meer ruimte en kan hij regenereren. Na een operatie voor carpaal tunnel syndroom krijgt de patiënt slechts één dag een verband. Daarna moet hij of zij proberen de hand zo normaal mogelijk te gebruiken in het dagelijks leven.

Is volledige genezing mogelijk?

Vroege behandeling van deze pijnlijke aandoening is belangrijk. Als de aandoening in het begin echter mild is, is de kans op een goede genezing groot. Als het carpaal tunnel syndroom echter al een vergevorderd stadium heeft bereikt, is er helaas vaak al blijvende schade aan de spieren. Na een operatie zijn de meeste klachten meestal meteen merkbaar beter.

Hoe kun je voorkomen dat het carpaal tunnel syndroom ontstaat?

De beste manier om deze aandoening te voorkomen is het vermijden van een slechte houding van de handen en armen. Deze zouden de ontwikkeling van deze aandoening in de hand werken. Bijvoorbeeld werken achter een computer werkt zulke slechte houdingen in de hand. Het is daarom belangrijk de handen regelmatig los te maken door ze te omcirkelen of krachtig uit te schudden. Ook speciale rekoefeningen en handgymnastiek kunnen het ontstaan van het carpaal tunnel syndroom voorkomen.