W

at is maagkanker

? Elk jaar krijgen

ongeveer 15.000 mensen in Duitsland maagkanker (maagcarcinoom), een kwaadaardige tumorziekte die de maag aantast. Maagkanker wordt veroorzaakt door gedegenereerde kliercellen in het maagslijmvlies.

O

mdat maagkanker lange tijd geen symptomen veroorzaakt, wordt de diagnose meestal vrij laat gesteld.

Wat bevordert het ontstaan van maagkanker?

Er zijn waarschijnlijk talloze risicofactoren die het ontstaan van maagkanker bevorderen. Eetgewoonten zijn waarschijnlijk de belangrijkste factor. Gezouten, gekruid, gebakken, gezouten en/of gerookt voedsel wordt ervan verdacht maagkanker te veroorzaken vanwege de nitraten die ze bevatten. Vooral mensen die veel vlees eten lopen het risico dat de bacterie Helicobacter pylori in hun maag komt. Deze bacterie zorgt ervoor dat nitraten worden omgezet in nitrieten, die kankerverwekkend zijn.

M

aar ook overmatige consumptie van nicotine en alcohol kan leiden tot maagontstekingen en maagzweren, die kwaadaardig kunnen worden

.

Mensen die in het algemeen vatbaar zijn voor maagziekten hebben een groter risico om maagziekten te krijgen. Hieronder vallen maagzweren, maar ook meer zeldzame ziekten zoals auto-immuun gastritis. Bij het ontstaan van maagkanker spelen echter ook genetische factoren een niet te onderschatten rol.

A

ls een familielid deze ziekte al heeft, treft het vaak ook andere familieleden, waarbij naast de genetische aanleg ook eetgewoonten als verklaring kunnen dienen.

Wat zijn typische symptomen van maagkanker

?

Een maagcarcinoom veroorzaakt meestal vrij laat symptomen en wordt daarom meestal niet vroeg gediagnosticeerd. Als er toch aspecifieke symptomen optreden, verklaren de meeste patiënten deze met een gevoelige maag. Deze omvatten

  • plotselinge afkeer van bepaald voedsel
  • gevoelige reactie op voedsel dat voorheen goed werd verdragen,
  • Brandend maagzuur, gebrek aan eetlust, gevoel van volheid en/of misselijkheid, die het gevolg zijn van het feit dat het maagcarcinoom zich aan de maaguitgang bevindt en zo de doorgang van voedsel naar de darmen blokkeert,
  • Gewichtsverlies,
  • Pijn en/of een gevoel van druk in de bovenbuik; in gevorderde stadia kan het carcinoom zelfs in de bovenbuik gevoeld worden,
  • Ophoping van water in de buik (ascites), veroorzaakt door de tumor in het buikvlies,
  • Vermoeidheid, lusteloosheid en/of verminderd prestatievermogen,
  • Bloed tijdens het braken en/of
  • zwarte ontlasting,

Als het maagcarcinoom al uitzaaiingen heeft ontwikkeld, kan ook de lever haperen. Dit betekent dat de rode bloedcellen niet meer via de gal worden uitgescheiden en in de huid worden afgezet, waardoor de slijmvliezen en de huid geel kunnen worden (zogenaamde geelzucht).

V

rouwen kunnen klagen over pijn bij geslachtsgemeenschap of vaginaal bloedverlies, wat verklaard kan worden door het feit dat het carcinoom al is uitgezaaid naar de eierstokken.

Hoe wordt maagkanker vastgesteld

?

Na het afnemen van een anamnese zal de behandelend arts de buik palperen op vergrotingen van de lymfeklieren. Als maagkanker wordt vermoed, worden de slokdarm, maag en bovenste dunne darm meestal nader onderzocht door middel van een endoscopie. Als bij dit onderzoek een verdachte tumor wordt gevonden, neemt de arts een weefselmonster, dat in het laboratorium wordt onderzocht op de aanwezigheid van tumorcellen.

Z

o nodig kan ook een bloed- en/of ontlastingonderzoek worden bevolen

.

Maar om de diagnose maagkanker definitief te bevestigen zal ofwel een echografie, een scintigrafie van de botten, een computertomografie of een röntgenfoto van de buik of borstkas

worden gemaakt.

Daarmee kan de arts ook eventuele uitzaaiingen opsporen die zich bijvoorbeeld al in de longen, het bekken of de botten hebben gevormd. Uiteindelijk zal hiermee ook het exacte type tumor en het stadium ervan worden vastgesteld.

D

eze informatie is cruciaal voor de beslissing over verdere behandeling

. Als

maagkanker in het eerste stadium wordt vastgesteld, is de kans op genezing tussen de 70 en 80 procent. In het vierde stadium daarentegen zijn ze minder dan 5 procent.

M

aar zelfs in die late stadia zijn er levensverlengende en pijnverlichtende behandelingsmogelijkheden.

Welke soorten maagkanker kunnen worden onderscheiden

?

Naast de kwaadaardigheid wordt maagkanker ook ingedeeld in vier zogenaamde gradaties (G1 tot G4), afhankelijk van hoe ver het is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam en naar de lymfeklieren. Behalve de grootte van de tumor speelt hierbij ook een rol of de kanker al is uitgezaaid of niet.

A

ls het een hoog stadium is, is de kanker al zeer ver gevorderd.

Hoe wordt maagkanker behandeld

?

Maagkanker wordt meestal volledig verwijderd door middel van een operatie. Als maagkanker in een vroeg stadium wordt vastgesteld en nog niet is uitgezaaid naar het maagslijmvlies, kunnen artsen een minimaal invasieve procedure uitvoeren die kijkoperatie wordt genoemd. Hierbij wordt de tumor tijdens een gastroscopie via kleine sneetjes in de huid verwijderd. In een later stadium, als er alleen een kleinere tumor is, worden een deel van de maag en de dichtstbijzijnde lymfeklieren operatief verwijderd of wordt de maag helemaal verwijderd (gastrectomie).

D

e chirurg vormt dan een vervangende maag via een deel van de dunne darm

.

In

tegenstelling tot andere soorten kanker zijn bestraling en/of chemotherapie slechts gedeeltelijk succesvol bij maagkanker.

B

eide behandelmethoden kunnen echter ondersteunend worden ingezet, bijvoorbeeld om de tumor te verkleinen en zo de operatie te vergemakkelijken

.

In de dagen na de operatie wordt de patiënt gevoed via een maagsonde en langzaam vertrouwd gemaakt met een ander dieet. Binnen de revalidatiemaatregelen, die poliklinisch of klinisch worden uitgevoerd, leert de patiënt omgaan met zijn of haar ziekte. Alternatieve geneeswijzen zoals acupunctuur kunnen worden toegepast, vooral bij misselijkheidsklachten. Afhankelijk van de ernst van de maagkanker moeten sommige patiënten ook kunstmatig gevoed worden.

In

dat geval wordt een zogenaamde PEG-tube ingebracht

.

Als maagkanker pas in het terminale stadium wordt vastgesteld, wordt vaak antistoftherapie toegepast om de groei van de tumor te remmen. Andere palliatieve maatregelen kunnen het leven van de patiënt verlengen en zorgen voor een pijnvrije tijd.

a