Wat zijn non-Hodgkin lymfomen?

De term non-Hodgkin-lymfoom staat voor verschillende kwaadaardige kankers van het lymfestelsel en wordt vaak ook "kwaadaardig lymfoom" genoemd, wat "kwaadaardige lymfekliertumor" betekent. Non-Hodgkin lymfomen ontstaan uit cellen van het lymfestelsel en ontwikkelen zich wanneer het genetisch materiaal van de cellen van het lymfestelsel (lymfocyten) verandert. B-lymfocyten zijn in 90 procent van alle gevallen verantwoordelijk voor deze verandering en T-lymfocyten in 10 procent van alle gevallen. Omdat lymfeweefsel in het hele menselijk lichaam voorkomt, is de ziekte non-Hodgkin-lymfoom niet lokaal beperkt. Hoewel de lymfeklieren vaker dan gemiddeld worden aangetast, kan de kanker ook de longen, de lever, het beenmerg of de milt aantasten, vooral in gevorderde stadia. In tegenstelling tot andere soorten kanker komen non-Hodgkin lymfomen relatief weinig voor. Jaarlijks krijgen in Duitsland ongeveer 9.200 mannen met een gemiddelde leeftijd van 70 jaar en ongeveer 8.000 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar de ziekte.

Wat is het lymfestelsel?

Het lymfestelsel is niet één orgaan, maar alle lymfekanalen die door het hele menselijk lichaam verspreid zijn. Tot de lymfatische organen behoren naast de lymfeklieren ook de milt, het lymfeweefsel in het maag-darmkanaal en in de keel, en de thymusklier. Bovendien is het immuunsysteem nauw verbonden met het lymfestelsel via een groep witte bloedcellen (lymfocyten), die de centrale taak van de afweer hebben. Artsen maken onderscheid tussen B- en T-lymfocyten, die alle door het beenmerg worden geproduceerd. Hoewel de twee typen verschillende taken in de afweer op zich nemen, werken ze samen binnen de lichaamseigen afweer.

Hoe ontstaan non-Hodgkin lymfomen?

Artsen kunnen de oorzaken van non-Hodgkin-lymfoom nog steeds niet helemaal verklaren. Er zijn echter bepaalde risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van non-Hodgkin-lymfoom vergroten. Daartoe behoren bijvoorbeeld veranderingen in de chromosomen, waaruit conclusies kunnen worden getrokken over het feit dat er een verandering in het genetisch materiaal heeft plaatsgevonden. Maar ook blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, blootstelling aan radioactieve straling, problemen in het immuunsysteem, roken, leeftijd en late effecten van bepaalde virusinfecties kunnen bijdragen aan het ontstaan van non-Hodgkin lymfomen.

Wie heeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van non-Hodgkin lymfoom?

Vooral HIV-patiënten hebben door hun verzwakte immuunsysteem een verhoogd risico op het ontwikkelen van non-Hodgkin-lymfoom. Maar het risico om de ziekte te krijgen is ook verhoogd bij orgaanontvangers door het gebruik van zeer krachtige immunosuppressieve medicijnen. Voor andere groepen mensen kunnen tot nu toe geen specifieke risicogroepen worden gedefinieerd, en daarom kunnen geen specifieke preventieve maatregelen worden genomen.

Wat zijn de symptomen van non-Hodgkin lymfoom?

Net als andere soorten kanker veroorzaakt non-Hodgkin-lymfoom aanvankelijk geen specifieke symptomen die uitsluitend aan de ziekte kunnen worden toegeschreven. Vaak is er in het begin van de ziekte alleen sprake van een pijnloze zwelling van de lymfeklieren, hoewel dit ook een teken kan zijn van een infectieziekte. Veel lijders klagen echter over de volgende verkoudheidsachtige symptomen, die wijzen op non-Hodgkin lymfoom, maar ook andere verklaringen kunnen hebben:

  • Verlies van eetlust
  • ongewenst gewichtsverlies
  • Lusteloosheid, bleekheid, vermoeidheid
  • Jeuk
  • Nachtelijk zweten, koorts

Hoe worden non-Hodgkin lymfomen behandeld?

De behandeling hangt altijd af van het stadium van de kanker, maar ook van de verspreiding van de tumor en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. In de regel zijn de volgende behandelingsmogelijkheden beschikbaar voor non-Hodgkin-lymfoom. Chirurgie is over het algemeen uitgesloten omdat non-Hodgkin-lymfoom een systemische ziekte is. Dit betekent dat het het hele lichaam aantast en dat daarom hooguit individuele lymfeklieren kunnen worden verwijderd.

  • Chemotherapie: kan effectief worden toegepast bij zeer kwaadaardige lymfomen, zelfs in een laat stadium van de kanker
  • Radiotherapie: kan worden gebruikt voor langzaam groeiende laagkwaadaardige lymfomen in een vroeg stadium van de kanker
  • Antistoftherapie: het gebruik van monoklonale antilichamen is alleen geschikt voor sommige typen non-Hodgkin-lymfoom
  • Signaalremmers: dit zijn bepaalde medicijnen in tabletvorm die bepaalde groeisignalen van de kankercellen uitschakelen en zo voorkomen dat de lymfeklieren ongeremd verder groeien.
  • Beenmergtransplantatie: dit wordt meestal gebruikt na zogenaamde hooggedoseerde chemotherapie, omdat die het bloedvormende systeem in het beenmerg heeft beschadigd. Om dit weer te stabiliseren wordt voor het begin van de hooggedoseerde chemotherapie bloed of beenmerg bij de patiënt afgenomen en na de behandeling weer overgebracht door middel van een autologe bloedstamcel- of beenmergtransplantatie.

Hoe ziet de nazorg na non-Hodgkin lymfoom eruit?

De medische nazorg na een kankerbehandeling is bedoeld om een terugkeer van de ziekte in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen. Verder moeten ook bijkomende ziekten worden opgespoord, die bijvoorbeeld als gevolg van chemotherapie kunnen zijn ontstaan. Regelmatige vervolgonderzoeken vinden om de drie maanden plaats na het eerste jaar van de behandeling en moeten ook door alle patiënten met chronisch lymfoom worden bijgewoond.